Tag archieven: burgerregering

Marc Chavannes, inspiratie voor deze blog

Rob Wijnberg, oprichter van De Correspondent, schreef een prachtige ‘in memoriam’ over Marc Chavannes. Met zijn stukken en boeken een groot inspirator voor deze blog. De rode draad in zijn werk was:

hoe de overheid steeds meer als een bedrijf werd gerund en daarmee gestaag haar rol als beschermer van burger en democratie zou kwijtraken.

Duizenden woorden, gewikt en gewogen, sloeg hij stuk aan het waarschuwen voor de gevolgen van die afbraak. De braindrain bij overheidsinstanties, de uitkleding van de rechtsstaat, de teloorgang van defensie, de onstuitbare opmars van duurbetaalde consultants, de groeiende kloof tussen de burger en haar vertegenwoordigers.

Dit stuk toont aan wat de zwakte is van waar deze blog over gaat. Het pleidooi om bestuurders de leiding te geven kan (te) makkelijk gezien worden als een ‘neo-liberaal’ pleidooi om ’technocraten’ het land te laten besturen. Terwijl het dat juist niet is. We moeten juist gewetensvolle, kundige dienaars met hart voor de publieke zaak de leiding geven. Zeker ook politiek verantwoordelijk, in dienst van de volledige Tweede Kamer (niet een vaste meerderheid).

De algemene bestuursdienst moet wat dat betreft ook zo snel mogelijk verdwijnen. Dat schijnt te zijn opgericht om de macht van ambtenaren te breken op verzoek van Ruud Lubbers, de tovenaarsleerling van Margaret Thatcher. Bij zijn ‘neo-liberale’ missie kreeg hij wat hem betreft te vaak ‘nee, kan niet’ te horen van topambtenaren. Dus bedacht hij het rouleren van ambtenaren als sluwe truuk om hun macht te breken. Teken de petitie ‘Hef de Algemene Bestuursdienst op‘!

Bèta-kennis nodig voor beleid, maar bestuur is nu alfa

In Trouw betogen Tamara Bos en Jan Peter Blok op 22 augustus 2018 dat bèta-kennis nodig is voor beleid. Maar als ze tellen wie er een bèta-achtergrond hebben in het parlement of de regering komen ze niet verder dan Eric Wiebes.

Het betoog wordt passend geopend met:

Een auto die snel rijdt, vervuilt natuurlijk per definitie minder, want die is sneller op zijn bestemming.” Nadat Mark Rutte door een journalist met deze uitspraak werd geconfronteerd, gaf hij direct toe dat dit een redenatie is die enkel door een alfa kan worden bedacht.

Als bestuurders niet meer afkomstig zijn uit het parlement maar op grond van een profiel uit de burgerij worden gehaald dan ligt het voor de hand dat het parlement zelf een beta-achtergrond als vereiste inbrengt. Waarmee de kans op een partijlid nog verder daalt.

 

Opfrissing: volksvertegenwoordigers en bestuurders opdelen levert een ‘burgerregering’

Het onderstaande staat ook op opfrissing.nl zelf.

Opfrissing suggereert onder andere het mogelijk maken van minderheidsregeringen.

Waarom is dit zo belangrijk en hoe zou D66 daar vorm aan kunnen geven?

Volksvertegenwoordigers als bestuurders levert onvrede

Om dit duidelijk te krijgen is het van groot belang om altijd een helder onderscheid te maken tussen volksvertegenwoordigers en bestuurders. De eerste worden gekozen en de tweede ‘komen ergens vandaan’.

De politieke onvrede van burgers, wereldwijd, wordt doorgaans niet door de democratie veroorzaakt maar door de politici. Sterker nog, ‘democratische’ landen krijgen nog steeds de voorkeur boven corrupte landen. Men stemt letterlijk met de voeten voor democratie, ook al is dat levensgevaarlijk.

Men is vooral ontevreden over de politici met macht. Ze doen dan hun vertegenwoordigende werk al snel minder goed in de beleving van de burger. Ze zeggen en doen wat wat afwijkt van wat beloofd was in campagnetijd.

De uitzonderingen hierop zijn de volksvertegenwoordigers die geen ‘verantwoordelijkheid nemen’, zoals dat denigrerend wordt genoemd door de gevestigde partijen. Dergelijke politici zijn juiste goede volksvertegenwoordigers in de letterlijke betekenis en worden soms zelfs zelf bestuurder.

Worden ze bestuurder dan voeren ze hun campagnebeloftes letterlijk uit of ze gaan zich alsnog als gewone politici gedragen en overleven ze de volgende verkiezingen niet.

Ideologisch geëmancipeerde burgers zoeken authenticiteit

Er is nu een politieke markt voor extreme volksvertegenwoordigers die zich specialiseren in het vertegenwoordigen van het volk door zich af te zetten van de partijen die het land (mee)besturen. In presidentiële ‘winner takes all’-districtenstelsels is het zelfs mogelijk te winnen: Trump werd president, Marine le Pen bijna.

De zogenaamde ‘bestuurderspartijen’ zijn de afgelopen decennia zo vertrouwd geworden met hun besturende rol dat ze het vertegenwoordigende deel, met name het ideologische, verliezen. Dat er politieke compromissen gemaakt moeten worden is nog wel uit te leggen, maar dat de politieke ideologie moet sneuvelen niet.

Bij burgers komt dit al snel over als ‘corrupte politici’. Sommige partijen zoals de VVD komen daar mee weg, andere moeten ‘herbronnen’. Het CDA en nu ook D66.

Doordat de ideologisch geëmancipeerde burger op zoek is naar authenticiteit bij de kandidaten (Klaver, Baudet, Wilders, Buma) wordt het in Nederland moeilijker een meerderheidscoalitie te vormen. Het midden erodeert.

Coalities zijn noodzakelijk en niet erg

Het vormen van een coalitie is op zich wel te verdedigen als het gaat om het bundelen van de krachten in het parlement op bepaalde overeenkomstige thema’s. Daardoor voorkom je dat alle Kamerleden permanent over alles moeten onderhandelen. Maar het gaat fout als het smeden van een coalitie recht geeft op het leveren van bestuurders. Een relatief recent fenomeen van na de oorlog.

Deze toegang tot de macht maakt de politici van bestuurderspartijen ongeloofwaardig voor burgers. Ze willen gewoon een baantje met veel macht! Plucheplakkers! Dat is schadelijk voor het aanzien van de democratie.

Verander alleen ongeschreven regels

Deze ongeschreven regel kan elk moment opgegeven worden door bestuurderspartijen. Met name D66 kan dit doen om ideologisch geloofwaardiger te worden: goed voor het aanzien van de democratie en vooral de politici erin. De formele regels veranderen is een hachelijke en tijdrovende zaak weet D66 uit eigen ervaring.

Het zou waanzin zijn voor D66 om uit de regering te stappen zonder een goed alternatief. In plaats van D66-bewindslieden in het kabinet achter te laten is het zaak om (een zo groot mogelijk deel) van het kabinet te ‘democratiseren’. Om te beginnen met de minister die over democratie gaat en het referendum heeft afgeschaft, Ollongren van Binnenlandse Zaken.

Vacatures opgesteld door Kamer

Laat de minister door de plenaire volksvertegenwoordiging kiezen. Om de ministerspost los te koppelen van de persoon stelt de Tweede Kamer eerst een profiel op van de ideale opvolger. Dan worden alle burgers gevraagd om uit te kijken naar een goede kandidaat en die te nomineren met een mailtje naar voorzitter@tweedekamer.nl

Er komen maximaal 17 miljoen namen binnen waaruit een eerste selectie makkelijk te maken is. De burgers die een suggestie deden van iemand die het niet is geworden krijgen een antwoord met uitleg op welke punten de kandidaat niet voldoet. Burgers antwoord met uitleg geven is ook democratisch.

Uiteindelijk blijven er honderden of duizenden geschikte kandidaten over. Het is onwaarschijnlijk dat ze partijlid zijn. Als gewone burgers hebben ze in het geheim gestemd. Waarschijnlijk op verschillende partijen en waarschijnlijk hebben ze regelmatig spijt gehad van hun keuze, zoals de meeste burgers.

Kamerleden doen burgers een ‘aanzoek’ om minister te worden

De best gekwalificeerde kandidaten worden na een besloten vooronderzoek fysiek opgezocht door de Kamercommissie. Voor een besloten interview met de kandidaat en diens omgeving. Als daaruit geen zwaarwegende medische of persoonlijke bezwaren uit naar voren komen dan volgt het verzoek (of aanzoek?) mee te doen aan de verdere procedure.

De aandacht van en het omgaan met de media is voor de kandidaat dan vergelijkbaar met het kennismaken met potentiële schoonouders. Ze zullen hun geschiktheid al kunnen etaleren door over kennis en kunde te praten en journalisten zullen sommige kandidaten laten inzien dat het beter is zich terug te trekken.

Degenen die het niet geworden zijn hebben door de nominatie op zich al een soort lintje gekregen die ze de rest van hun leven als opsteker kunnen gebruiken. Bij een volgende vacature zullen ze waarschijnlijk weer genomineerd worden.

Het ambt kiest jou en niet andersom

Op deze manier worden de ijdeltuiten zonder capaciteiten die zich naar voren ellebogen zoveel mogelijk uitgefilterd. Het ambt kiest jou en niemand kan er voor kiezen om minister te worden. Dat betekent ook dat degenen met die ambitie zich niet meer bij een politieke partij moeten melden maar zich moeten bewijzen in de gewone wereld. Iedereen met wie je omgaat kan jou ooit nomineren. Het ‘afbreukrisico’ is klein. Totdat de Kamercommissie zich bij de receptie meldt is er geen sprake van dat je een kans maakt.

Politieke partijen als ideologische bron

Dit schoont de politieke partijen op van degenen die niet echt volksvertegenwoordiger willen en kunnen zijn. Lid worden van een partij heeft alleen zin om inhoudelijke, ideologische redenen. Partijen zullen zich meer als denktank en ideologische bron kunnen profileren.

Kamerakkoord

Eenmaal geïnstalleerd als minister of staatssecretaris hoeven de bestuurders zich ook nooit aan een enkele partijdoctrine te houden. Ze moeten rekening houden met de volledige Tweede Kamer en vooral de kwaliteit van het beleid. Daar worden ze op afgerekend. Het ligt voor de hand dat ze dan wel een leidraad krijgen in de vorm van een Kamerakkoord, zoals er op gemeentelijk niveau soms al een Raadsakkoord bestaat.

Democratiseer het bestuur

Door alle burgers de gelegenheid te geven andere burgers te nomineren als bestuurder wordt het verschil tussen volksvertegenwoordiger en bestuurder duidelijker voor iedereen. Heeft jouw leidinggevende bijvoorbeeld de capaciteiten? De grootte van je campagnebudget doet er niet toe. Amerikaanse toestanden waarbij (het kopen van) aandacht bepaalt of je president wordt voorkom je hiermee. Toch is dit geen regulier ‘zakenkabinet’ of een kabinet met ’technocraten’. Dit kan je beter een ‘burgerregering’ noemen, om het verschil met de volksvertegenwoordiging te benadrukken.

Zakenkabinet is anders

De bestuurders zijn namelijk aangenomen door de grootst mogelijke meerderheid van de Tweede Kamer voor onbepaalde tijd. De leden van een zakenkabinet daarentegen krijgen de opdracht om op de tent te passen omdat het niet lukt om op een traditionele manier tot een regering te komen.

Ook technocraten hebben ideologie nodig

Technocratische oplossingen kunnen ze ook niet opleggen. De Tweede Kamer in de vorm van het Kamerakkoord, maar ook de programma’s van alle partijen samen, geven de ideologische bandbreedte aan waarbinnen ze kunnen opereren. Ze hebben wel meer ruimte om beleid te baseren op onderzoek en cijfers, maar het kader daarvoor wordt ideologisch aangegeven door de volksvertegenwoordiging. Immers, technocraten kunnen en konden ook Hitler’s ideologie uitvoeren. De treinen op tijd, alleen de bestemming was verkeerd.

Geen minderheids- maar burgerregering

Kortom, D66, stap uit de regering, maar vervang de ministers door burgers. De kiezer zal dit belonen als D66 dit ook na de volgende verkiezingen weer weet af te dwingen. De term minderheidsregering is alleen minder toepasselijk, het is een ‘burgerregering’ gekozen door de volksvertegenwoordiging.

Extra argument: verantwoordelijkheid nemen in een coalitie loont niet

Misschien een extra argument om partijen over te halen te kiezen voor een ‘burgerregering’, een regering met partijloze bestuurders. In de 1848 Factsheet van dinsdagochtend 4 april 2017 (ook hier) een overzicht wat er met je partij gebeurt bij de volgende verkiezingen als je deel uitmaakte van een coalitie. Dat levert je geen extra zetels. Goed, misschien kan je dan wel belangrijke doelen realiseren voor je partij, maar het electoraat beloont je er niet voor.

Enerzijds is het dan toch mooi dat er partijen zijn die desondanks toch ‘verantwoordelijkheid nemen’, maar bij een burgerregering zijn er nog steeds bestuurders die dat doen. Ze maken alleen geen deel uit van een partij en hoeven zich geen zorgen te maken over electoraal succes. Ze kunnen zich helemaal richten op goed beleid, want daar worden ze door de Tweede Kamer op afgerekend.

 

 

Een burgerregering, hoe dan?

De uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 geeft een mooie kans om een burgerregering te realiseren. Bijna niemand zal protesteren als Rutte weer minister-president wordt, maar om een coalitie te vormen zullen partijen zoals CDA, D66 en GroenLinks graag laten zien waar ze voor staan. Het uitruilen zoals Rutte met Samsom deed werd de PvdA niet in dank afgenomen. Daarnaast heeft de VVD hele slechte ministers gekend:

  • Henk Kamp van EZ is niet bepaald geliefd in Groningen door de gaswinning en het doorverwijzen van burgers naar de NAM bij klachten.
  • Melanie Schultz van Infrastructuur en Milieu heeft als carrièrepolitica vakkundig het lastige spoorwegendossier (met Fyra) bij haar staatssecrataris gedumpt zodat ze lintjes kon knippen voor nieuwe snelwegen en borden met 130 erop onthullen, een VVD-uithangbord
  • Ivo Opstelten en Ard van der Steur faalden als minister van Veiligheid & Justitie
  • Edith Schippers op Volksgezondheid, Welzijn en Sport was controversieel doordat het bedrijf van haar man dat profiteerde van  haar beleid
  • de staatssecretarissen Weekers en Wiebes kregen de Belastingdienst niet onder controle

Waarmee niet gezegd is dat de PvdA-ministers het beter deden. Hoe dan ook, tijd om hier veranderingen door te voeren. Het kan alleen maar beter worden.

Rutte wordt alom gewaardeerd voor zijn rol als minister-president, juist omdat hij zich zo min mogelijk bemoeit met het werk van de ministers. Juist deze flexibele, pragmatische Rutte zou goed een gezelschap van ministers en staatssecretarissen zonder politieke kleur kunnen leiden.

Maar waar vinden we dergelijke bestuurders? Dat is waar de burgers in het land een rol hebben. Die moeten goede ministers nomineren door ze in een brief aan te bevelen bij de Tweede Kamer via de voorzitter

Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

of desnoods via @2eKamertweets #ministeriabel

Het hoeft niet lang, want uiteindelijk zal elke kandidaat toch door een sollicitatiecommissie gecontroleerd worden. Als er maar een paar duizend namen binnenkomen waar minstens honderd goede kandidaten tussen zitten!

Eis een burgerregering

Naar aanleiding van de Volkskrant die 500 wetenschappers vroeg om ideeën voor een betere democratie, deze reactie. Ook op opiniestukken.nl.

De enige realistische verbetering van onze democratie is er één die geen stelselwijzigingen vereist. Burgers moeten daarom een ‘burgerregering’ eisen. Een formateur kan daar gelijk na de verkiezingen mee aan de slag door een ministerploeg samen te stellen die geen band heeft met politieke partijen. Zo beparen we ons ook een lastige en langdurige formatie. Burgers kunnen verder meehelpen door kandidaten voor te dragen.

Kent u een competente bestuurder? Stuur uw nominatie alvast naar de Kamervoorzitter. Goede kandidaten zullen namelijk niet zelf solliciteren op een ministerspost, ze moeten gevraagd worden. De aangedragen capabele bestuurders die boven komen drijven kunnen daarna hun burgerplicht niet ontduiken. Als een sollicitatiecommissie van de Tweede Kamer je oproept naar Den Haag te komen kan je niet met goed fatsoen wegblijven. Laat het niet aan de Tweede Kamer over om slechts de vacatures te publiceren, want dat is niet genoeg. Als minister wordt al je handelen gecontroleerd door de Tweede Kamer en iedereen vindt er wat van, dat maakt het een moeilijke klus. De ijdele en machtsbeluste types komen daar wel op af, maar veel goede kandidaten moeten over de streep worden getrokken voor deze nobele taak.

De noodzaak van deze voorgestelde scheiding van volksvertegenwoordiging en bestuur, wetgevende en uitvoerende macht, wordt geïllustreerd door Trump en dergelijke. Een Trump is goed in staat om een gevoel van een groot deel van de bevolking te vertolken maar is niet noodzakelijk ook een goede bestuurder. Vooral politici die beweren zelf de verpersoonlijking te zijn van de wil van het volk, populisten, zijn een probleem. Het bestuur van een democratie moet juist continue de discussie opzoeken om zich te verzekeren van democratische legitimatie; een democratisch bestuur is die van de hele volksvertegenwoordiging. Een populist omringt zich met ja-knikkers uit eigen kring; zijn ‘wil is wet’ omdat zijn wil die van het volk is. Wiens mening daarvan afwijkt is dus een landverrader.

In de coalitieregeringen in Nederland wordt nu een deel van de volksvertegenwoordiging op afstand gezet van het bestuur. Alleen de partijen die een regeerakkoord sluiten mogen bestuurders leveren. Zoiets lukt doorgaans alleen de bestuurderspartijen van het ‘partijkartel’ VVD-PvdA-CDA-D66. In deze ‘particratie’ is de rest slechts oppositie en mag af en toe ‘gedogen’ wanneer dat nodig is. Het is de macht van dit kartel wat weerzin wekt bij burgers die zich niet (langer) in deze partijen herkennen. Zo ontstaat onvrede met de democratie en vraagt men om bijvoorbeeld meer directe democratie of een autocratische leider. Dat is jammer, want ons stelsel biedt genoeg ruimte om het anders te doen.

Zo sluit een burgerregering geen ‘regeerakkoord’ met een paar partijen, maar zoekt het permanent akkoorden met wisselende meerderheden binnen de volksvertegenwoordiging. Er ontstaat een gezonde dialectiek tussen bestuur en volksvertegenwoordiging over de inhoud omdat de ministers niet loyaal hoeven te zijn aan hun ‘eigen’ partijen. Goed beleid en stabiliteit staat voorop. Als ze niet meer worden vertrouwd door een meerderheid dan onstaat er een vacature, maar de regering als geheel kan door regeren.

Volgende stap, onderteken de petitie op burgerregering.nl