Maandelijks archief: augustus 2012

Wat in de vacature van een minister?

Zowel de G500 afgelopen weekend als Wijffels in een uitzending van Nieuwsuur afgelopen vrijdag, maken een vergelijkbare analyse over de vastgelopen politieke cultuur. Ook leveren ze hoopgevende vooruitzichten over hoe het verder moet na 12 september. Hoe moeten we een regering vormen in dit gepolariseerde en gefragmenteerde politieke landschap? Waar Wijffels een minderheidsregering voorstelt die telkens zoekt naar meerderheden per onderwerp, wil de G500 graag zien dat de Tweede Kamer ministers uit het land aanstelt die geen deel uitmaken van een politieke partij. Wijffels stelt voor dat de ‘winnaar’ van de verkiezingen, degene met de meeste stemmen, het kabinet samenstelt. Omdat ook bij Wijffels het parlement moet instemmen met dat kabinet kunnen dat geen politiek uitgesproken bestuurders zijn. De G500 wil eerst een ideeformatie die coalities rondom ideeën oplevert. Daar worden dan ministers bij gevonden in het land. In beide voorstellen blijft het onduidelijk waar dergelijke ministers aan moeten voldoen. Daarom de vraag: wat moeten de Tweede Kamerleden in de vacature voor een minister zetten?

Een vast gegeven is dat de Kamer het praktisch nooit unaniem eens is over een maatregel. Dat is het bewijs van een gezonde democratie. Dat maakt het wel lastig om een kabinet samen te stellen die het eens is over een bepaalde richting. Dat is fnuikend voor het debat de jaren daarna. Daarom is het zaak om juist niet, zoals de G500 voorstelt, eerst over de inhoud te gaan praten en deel-regeerakkoorden te gaan afsluiten. Wijffels benadrukt dan ook dat dergelijke inflexibele oplossingen niet meer in deze snel veranderende tijd passen. Per onderwerp zal er de komende tijd telkens opnieuw gesproken moeten worden over de richting. De ideale minister moet dit goed kunnen faciliteren en volgen. Bij voorkeur moet dit iemand zijn die veel van het onderwerp af weet, maar ook iemand die de vaardigheid heeft ontwikkeld om draagvlak in te kunnen schatten voor een maatregel bij een verdeelde achterban. Dit is een taakomschrijving die totaal niet lijkt op die van de zogenaamde ‘daadkrachtige’ ministers die zich gesteund weten door de meerderheid van een coalitie.

Denk dan eerder aan de woordvoerders en leiders van economische sectoren die intern verdeeld zijn. Sectoren als het onderwijs, de zorg, het midden- en kleinbedrijf, de werkgevers en dergelijke kennen allemaal interne verdeeldheid op verschillende punten. De creativiteit die nodig is om in een dergelijke situatie vooruit te komen kan je ook herkennen bij de leiders van multi-nationale organisaties (zowel commercieel als ideëel). Zij hebben te maken met aandeelhouders, werknemers en landen waarin geproduceerd en verkocht wordt. Uiteindelijk zijn er mogelijk honderden goede kandidaten.

Dergelijke bestuurders, noem ze desnoods technocraten, houden zich doorgaans verre van de politiek omdat ze gruwen van de uitspraken die daarin normaal zijn. Zonder oog voor de conflicterende belangen en complexe technische werkelijkheid die zij wel goed kennen profileren politici zich immers bij het grote publiek met algemeenheden. Dat publiek weet wel ongeveer hoe de wereld waarin ze willen leven eruit moet zien, maar val ze niet lastig met de weerbarstige werkelijkheid. Een technocraat smult juist van complexiteit en conflicterende eisen. Dat doet een beroep op zijn of haar kennis en creativiteit om een oplossing te verzinnen, met de medewerking van een ministerie met duizenden ambtenaren. Ambtenaren die dan weer kennis van zaken moeten hebben. Inhuren van kennis en de politiek slim bespelen werkt onder een dergelijke minister niet meer. Zowel Kamer als minister dienen wordt dan het credo. Leiding kunnen geven aan het ministerie als een directoraat-generaal hoort dan ook bij de taakomschrijving.

De vraag van een journalist aan een kandidaat-minister zal dan ook niet zijn “hoe gaat u dit oplossen?” De ideale kandidaat zal elk antwoord beginnen met: “als je ziet wat technisch en financieel haalbaar is en waar draagvlak voor lijkt te zijn in de Tweede Kamer… ” De jacht op goede kandidaten is geopend. Als u een goede kandidaat kent dan kunt u de redacties van de grote tv-talkshows of uw krant tippen. De kans is namelijk groot dat ze nu nog onbekend zijn bij het grote publiek.

Pamflet G500

Een aantal punten uit het pamflet van de G500 sluit goed aan op het uitgangspunt van deze blog. Andere dingen minder.

Er staan veel grote woorden in over onder andere de politieke cultuur. Uiteindelijk komen ze via een omweg wel tot een redelijk voorstel. Ze staren zich alleen wel blind op de partijen. Daar is van alles over op te merken, maar die verander je niet zo snel. Ook met het G500 experiment – lid worden –  of de directe democratie-initiatieven verander je weinig. Het gaat erom helder dualisme te bereiken zodat de conflicten en de verdeeldheid kunnen blijven in het parlement, maar dat de samenwerking een vorm krijgt in een regering die niet diezelfde politieke partijen bevat.

Inderdaad zijn de dichtgetimmerde regeerakkoorden en de fractiediscipline een groot probleem. Dat moet je aanpakken, die partijen veranderen daarna als het niet meer tot meer macht leidt om de grootste te worden of een strategische plek in het centrum in te nemen.

Het pleidooi van Wijffels voor een minderheidsregering is concreter en duidelijker.

 

Transcriptie van Wijffels bij Nieuwsuur

Deze transcriptie begint vanaf 9:59 in de uitzending. Dit fragment bij Daily Motion begint later.

Hoe moet ons land geregeerd worden na 12 september en door wie eigenlijk?

Presentator: Herman Wijffels, welkom, u bent CDA-er. Econoom. Oud-topman van de Rabobank. En ook nog eens zes jaar geleden, hier zien we het, informateur van het vierde kabinet Balkenende. Met Wouter Bos. In Beetsterzwaag was dat, die geheime lokatie waar u zat. En dat was nog, kunnen we wel zeggen, een ouderwets meerderheidskabinet. Van het CDA, PvdA en de ChristenUnie. Slechts drie partijen zouden we nu kunnen zeggen als we naar de peilingen van vandaag kijken. Kabinetten zitten de rit niet uit, dat zei Ferry Mingele net ook al. Vijf keer gevallen in tien jaar. Een totaal versnipperd politiek landschap zien we nu. Een onmogelijke puzzel?

Wijffels: We moeten gewoon constateren dat de laatste tien jaar ofzo, sinds 2000, ons partijpolitieke bestel niet meer in staat is gebleken om een stabiele regering te produceren. Ik denk dat we onderhand ons de vraag moeten stellen of de oude manier van werken in ons parlementaire bestel, het spel tussen regering en parlement, de wijze waarop coalities in elkaar steken, of we daar niet eens vanuit een andere optiek naar moeten kijken.

Presentator: U zegt dus eigenlijk, terugkijkend op de afgelopen tien jaar, dit politieke systeem is niet houdbaar?

Wijffels: Nee, het levert niet meer wat we nodig hebben. Dat is namelijk bestuur dat het land vooruit helpt. Waar een zekere stabiliteit in zit, waar richting ook in zit. Waar een goede combinatie van vernieuwen en behouden van het waardevolle uit het verleden zit. Dat is dus niet gelukt.

Presentator: Is Den Haag dan op een verkeerde manier bezig?

Wijffels: Nou ja, kijk naar mijn idee heeft het ook veel te maken met de maatschappelijke ontwikkeling; de fase waarin onze samenleving zit. Veel werkt niet meer. We zijn vastgelopen in zekere zin met ons financiële bestel, onze economie is niet meer georganiseerd naar de maat van deze tijd, is ecologisch te belastend, en organisatorisch zitten we ook op allerlei fronten fout, waaronder het politieke bestel. Daar is een algemene situatie in de maatschappij inclusief de politiek die niet meer past bij de omstandigheden van nu. Daar moeten we dus niet alleen de analyse van maken maar ook kijken naar mogelijke alternatieven hoe dat in een volgende fase anders gedaan kan worden.

Presentator: Een alternatief dat je wel hoort is ‘verhoog de kiesdrempel’. Dat betekent dus dat een heleboel kleine partijen niet meer in de kamer kunnen komen en die stemmen gaan dan naar de grotere partijen die dan ook weer wat groter worden. Je krijgt grotere machtsblokken. Is dat een oplossing wat u betreft?

Wijffels: Wij hebben natuurlijk een traditie dat we veel ruimte geven aan verschillende tendensen in onze maatschappij en ik vind dat wel een waardevol goed. Ik zou daar niet onmiddellijk voor zijn. Het is een beetje een paardenmiddel. Elders wordt het overigens wel toegepast.

Presentator: Je gaat er wel de versnippering mee tegen.

Wijffels: Je gaat er de versnippering mee tegen, maar dan nog hou je, zoals in de huidige fase, de polarisatie; het versterken van de flanken en het verzwakken van het midden.

Presentator: Je ziet nu ook dat twee tegenpolen het goed doen. De SP en de VVD. Maar die kunnen natuurlijk nooit samen een kabinet vormen. Of kan dat wel?

Wijffels: Het lijkt me lastig om met die twee partijen een klassiek kabinet te vormen. Eén van de varianten die ik wel eens wat grondiger bekeken zou willen hebben is een variant waarbij de verhouding tussen regering en het parlement anders wordt gestructureerd. Laat ik maar zeggen: losser wordt.

Presentator: Hoe moet dat dan? Eén partij wordt de grootste, en dan?

Wijffels: We gaan nu naar een aanpak waarbij het parlement het voortouw heeft. Je zou je kunnen voorspellen waarbij het parlement een formateur aanwijst.

Presentator: Meteen een formateur, niet eerst een informateur die verkent?

Wijffels: Zou best kunnen, meteen een formateur. Dat zou bijvoorbeeld kunnen zijn de leider van de grootste partij.

Presentator: Dat lijkt me logisch.

Wijffels: Die heeft ook een politiek mandaat om het zo maar eens te zeggen. Laat die een kabinet vormen. Bij voorkeur op een globaal programma.

Presentator: Hij moet een kabinet vormen met alleen mensen uit zijn eigen partij of?

Wijffels: Die moet een kabinet vormen waarmee hij of zij denkt het land op de best mogelijke manier het land te kunnen regeren.

Presentator: Ongeacht de politieke kleur?

Wijffels: Ja, daar kunnen dus ook mensen in zitten die niet een hele specifieke politieke kleur hebben. Niet zozeer een reflectie van partijmensen, maar ook mensen die daar op een zekere afstand van staan.

Presentator: Een beetje een zakenkabinet?

Wijffels: Wel een parlementair kabinet, want ik zou er ook voor zijn dat de leden van zo’n regering door het parlement worden goedgekeurd. Dus niet alleen het geheel, het programma, maar ook de individuele leden.

Presentator: Maar dan moet je toch weer steunen op een meerderheid in het parlement.

Wijffels: Jazeker, maar dat zou dus een kabinet kunnen zijn dat met wisselende meerderheden dan gaat werken. Dan kijkt waar meerderheden in het parlement zijn te vinden. Dat kan de ene keer wat meer over links, de andere keer wat meer over rechts zijn. Dat kunnen wisselende meerderheden zijn. Waarbij het ook zo zou kunnen zijn dat als het parlement eens iets afwijst het niet direct een kabinetscrisis tot gevolg heeft.

Presentator: Want eigenlijk zegt u het is een echt minderheidskabinet dat per dossier gaat kijken waar ligt de meerderheid.

Wijffels: Een kabinet dat weliswaar de steun heeft van het parlement als regering, want anders ben je meteen weg, maar vervolgens kijkt, praktisch, in een open politiek debat… Waar ik dus eigenlijk op aan zou willen sturen is een stelsel waarin we afstappen van dicht getimmerde regeerakkoorden, waarin we de klem waarin we onszelf vast zetten losser maken, en waar er ruimte komt voor open politiek debat. Waarbij ook de democratie versterkt wordt.

Presentator: Dan zeg je dus eigenlijk als parlement, om het een beetje populair te zeggen, deze ploeg die geven we de kans, we hebben geen dik regeerakkoord waar we naar kunnen kijken en op kunnen schieten, ga maar zitten, kom maar met plannen, en dan zien we het wel. Is dat stabiel?

Wijffels: Dat zal dan moeten blijken of het stabiel is, maar het geeft in ieder geval ruimte de democratie om wat opkomt aan nieuwe dingen, wat zich in de loop van de tijd ontwikkelt, in nieuwe omstandigheden, we zitten in een tijd van grote en snelle veranderingen, dus je moet een veel flexibeler systeem hebben.

Presentator: Het is een beetje wat het kabinet-Rutte voor dat ze vielen…

Wijffels: In laatste instantie is dat daar ook gebeurd. Dus in die zin is het…

Presentator: Het Lente-akkoord?

Wijffels: Het is het doortrekken van wat er gebeurd is rondom dat Lente-akkoord. Ik denk dat onze democratie daar van zal opknappen. En dat je de kans krijgt, als tenminste de formateur een goeie ploeg samenstelt, dat dat best eens een hele stevige, stabiele regering zou kunnen opleveren.

Presentator: Maar dan ben ik toch bang dat als een formateur dan aan de slag gaat, laten we die peiling van vandaag hanteren, dan is dat Mark Rutte, dat is de grootste partij, die zoekt misschien, want die heeft hij nu ook, wat ministers van VVD en van CDA-huize, dan heb je toch een grote kans dat de rest van het parlement zegt ‘dat pikken we niet’?

Wijffels: Dat hangt dus af van laat ik zeggen de politieke intuïtie en de bereidheid om breed met de Kamer samen te werken van zo’n formateur en zo’n ploeg. Ik zet dit dus naast wat we tot noch toe aan praktijk hebben. Daar moet je nu echt van constateren, zo werkt het niet, dus kijk ook eens naar andere varianten. Er zijn natuurlijk ook weer variaties mogelijk op wat ik nu zeg. Maar mijn stelling is: in tijden van grote veranderingen heb je een organisatievorm nodig waarin ruimte is voor afwegingen, waarin nieuwe dingen de kans krijgen…

Presentator: Waarin iedereen zo’n beetje meeregeert, want er zijn wisselende meerderheden…

Wijffels: Dus uiteindelijk het parlement is dan echt de baas. Terwijl met een klassiek vastgetimmerd regeerakkoord, is de helft plus één van het parlement de baas.

Presentator: En dan gaat alles volgens het regeerakkoord. Ik wil nog één ding aan u vragen want anders komen we er niet meer aan toe. Het is een partijgenoot van u, Maxime Verhagen, die net in de reportage zei “gedogen, dat moesten we maar helemaal niet meer willen.” Want vindt u daar eigenlijk van, dat is wel pikant?

Wijffels: Volgens mij heeft hij daar wel gelijk in.

Presentator: U was al niet zo voor het gedogen, maar dat hij het nu zegt.

Wijffels: Ik heb van meet af aan die constructie een misbaksel gevonden en dat heeft zich ook wel bevestigd.

Presentator: Dank u wel, meneer Wijffels.

Bloemlezing reacties op Joop.nl

De interessantste reacties op Joop.nl naar aanleiding van Wijffels bij Nieuwsuur die het idee ontvouwde van een regering zonder regeerakkoord en een coalitie.

Michel Reiziger, za 18 augustus 2012 10:51in reactie op Prins Pils

Ah u doelt dus op een (soort van…) technocratisch kabinet? Kennis is er dan wel, achterkamertjes en ellebogenpolitiek dan ook des te meer

Jan Peters, vr 17 augustus 2012 23:39

Ach weer van dat vaag filosofisch geklets van kijk mij weer eens lekker op TV zijn. Het gedoog kabinet vond het een groot drama maar hij wil wel af van een dicht getimmerd regeerakkoord en een open samenwerking. Dan heb je een soort gedoog constructie.
De gedoogconstructie werkte ook alleen maar omdat er een gedoog akkoord was en de partijen wisten waar ze aan toe waren. Wat de gedoogonderwerpen waren en welke onderwerpen ‘open’ waren.

Die open constructie van Wijfels werkt alleen in sprookjesland. Sinds zijn gedoe met duurzaamheid is hij gaan zweven. Lekker met pensioen aan de kant en zelf geen verantwoordelijkheid meer nemen.

Frits Jansen, vr 17 augustus 2012 23:48

Allemaal prachtig, maar hoe denkt Wijffels dit te realiseren? In het huidige staatsrecht gaan de partijen hier zelf over, dus kan Wijffels ze alleen vragen (of smeken) iets breder te denken dan een eng partijbelang. Maar partijen die dat doen lopen een dikke kans door de kiezer afgestraft te worden.

Dus zou eigenlijk de grondwet veranderd moeten worden, Dat is een moeilijke procedure, en wat zou dan de keuze zijn? Bovendien kan een kamerlid de grondwet straffeloos negeren.

In Duitsland hebben ze een veel strengere grondwet, en een apart constitutioneel hof om zo nodig de politiek op de vingers te tikken. Dat systeem is het product van de afschuwelijke Duitse geschiedenis uit de eerste helft van de vorige eeuw. Maar of wij ooit aan zo’n systeem toe zijn?

De Amerikaanse situatie laat zien dat een kiesdrempel niet helpt: de Democraten en Republikeinen staan diametraal tegenover elkaar en dat maakt het land bijna onbestuurbaar.

Democratische systemen zijn er om ondoordachte beslissingen te voorkomen. Maar als het systeem niet deugt dan leidt dat tot verlamming. Het is de kunst om net genoeg en niet te veel controle te hebben.

Piet de Geus, za 18 augustus 2012 00:18

In feite wordt de formatie overgeslagen en mag de grootste partij meteen een kabinet samenstellen. Een soort: the winner takes all. Maar dan met de restrictie dat de Kamer moet oordelen over alle kabinetsleden.

Dat lijkt me gezien de huidige omstandigheden op voorhand al onwerkbaar. Stel dat de SP de grootste wordt: wat voor bewindslieden zou die partij kunnen leveren waarmee een Kamermeerderheid akkoord gaat? Dat mag dan wel een soort zakenkabinet worden en daar zal de SP weer niet mee akkoord gaan, omdat ze dan niets van haar standpunten terug zal zien.

Op zich is het democratische winst als continu naar meerderheden moet worden gezocht: dan kan geen partij er meer iets middels handjeklap tijdens de formatie doordrukken wat niemand ziet zitten en waar absoluut geen meerderheid voor te vinden is.

Maar wil je ministers aantrekken, dan zullen die toch zo hun ideeën hebben over wat voor beleid ze grosso modo wel uit willen voeren en waar ze hun naam echt niet aan willen verbinden.

Op zich is de denkrichting van Wijffels niet slecht. Het voorkomt in ieder geval dat de Kamer er voor spek en bonen bij zit en dat debatten alleen voor de bühne worden gevoerd, omdat het regeerakkoord al bepaalt wat de uitkomst van de stemming zal zijn.

Anderzijds zal een regering toch ook een soort masterplan moeten hebben: waar willen we over vier jaar staan? Om daar als partijen uit te komen is er toch iets van een soort formatie nodig: de grootste partij is niet per definitie de partij die het meest geschikt is om dat te realiseren.

Peter Heerens, za 18 augustus 2012 13:08in reactie op peter h

Niet noodzakelijkerwijs.
Je kan dat ook koppelen aan het onmogelijk maken van tussentijdse parlementsverkiezingen. In Noorwegen worden 1x in 4 jaar verkiezingen gehouden en thats it..

Valt het kabinet moet er op een andere manier een meerderheid gevonden worden

W.J. v/d Straat, za 18 augustus 2012 10:37

Een interessante gedachte, die ik in de praktijk wel zou willen meemaken.

Echter…. het zal nog moeilijker zijn om te kiezen, want zelfs bij de huidige coalitie-vorm is het maar de vraag welke concessies de partij waarop men stemt zal gaan doen. Uiteraard hangt dat nauw samen met de uiteindelijke regeringssamenstelling. Bij voorbeeld de PvdA zal met hetzelfde programma andere compromissen en breekpunten hebben wanneer men of met de SP, of met het cda in zee gaat. Dat geldt tevens voor alle andere partijen.

Duidelijkheid vóóraf in combinatie met een slagvaardig kabinet, het zal een enorme – maar wenselijke – dobber blijken !

Aan de andere kant kleven aan ook ‘duidelijkheid’ ook nadelen. Voor de Paarse kabinetten was er maar één vraag: Met wie gaat het cda (of haar voorgangers) regeren. Met de vvd of met de PvdA?. Dan was de keuze van te voren een stuk helderder, maar niet op een te wensen manier.

In het verlengde daarvan ligt ook de kwestie rond de kiesdrempel, want er zijn overduidelijk te veel splinters. Maar kijkend naar het buitenland, levert dat ook niet altijd iets op. Men kijke naar Duitsland, waar (voorheen) steeds twee even ongeveer grote blokken, conservatief/conventioneel tegenover sociaal/progressief, afhankelijk waren van hoe de pet van een veel en veel kleinere liberale partij stond.
Of naar de VS, waar de keuze uit conservatief rechts en liberaal recht bestaat en er evt in senaat en/of congres concessies naar de andere zijde moeten worden gedaan.

Simpeler is niet altijd eenvoudiger: De discussie-bijdrage van Wijffels is dus de moeite waard, maar dient allereerst het worden uitgediept. Eén van de problemen in Nederland (maar ook daarbuiten) is, dat de kiezer meer helderheid wil over het uiteindelijke resultaat, mocht de partij van diens voorkeur gaan regeren.

Want wat nu, als voor die kiezer juist dat ene, belangrijkste, item wat de doorslag gaf opgegeven wordt tijdens de onderhandelingen?
Dan groeit het wantrouwen verder, met als resultaat meer protest- en one-issue splinters, waardoor het nog onwerkbaarder wordt dan nu.

Het is aan de bestaande partijen om meer helderheid te verschaffen !

Hugo Freutel, za 18 augustus 2012 11:38

Mooi bestuurlijk idee van Wijffels, maar strijdig met de partijpolitieke profilering, het bestaansrecht van politieke partijen.
Zoals ook Piet de Geus al vermeldde, onder welk plan zet een regerings dan politicus zijn handtekening?

John Smith, za 18 augustus 2012 11:43

Een Zeer slecht idee. Het zal er toe leiden dat het heel moeilijk wordt voor de bevolking om te zien wie er nou verantwoordelijk is voor het gevoerde beleid. Nu is het duidelijk wie er verantwoordelijk is. Het kabinet. De regeringspartijen worden afgerekend op het gevoerde beleid. Met dit voorstel wordt het een modderpoel waar alle partijen een beetje aan meewerken.
Bijvoorbeeld met de Kunduz constructie is het Groen-Links geweest die meerdere keren rechts beleid mogelijk maakt, door voor zichzelf kleine winst puntjes binnen te halen. Ik was actief lid. Ik vertrouw deze partij nu voor geen meter meer, en heb deze de rug toe gekeerd.
Als men op de wijze politiek gaat bedrijven als de heer Wijffels dit wil dan gaat er straks niemand meer naar de stembus. Want het is niet duidelijk wat partijen nog doen en wat het effect van je stem zal zijn. Het is in feite het inluiden van het einde van democratie en terug naar het tijdperk van de regenten.

Jan Peters, za 18 augustus 2012 12:47

Iedereen gaat hier aan voorbij of het in de praktijk gaat werken. Communisme werkt ook op papier. Klinkt simpel per onderwerp meerderheden zoeken. Maar veel onderwerpen kun je alleen maar in samenhang zien. Bijvoorbeeld lasten verlaging aan de ene kant zal gecompenseerd moeten worden met minder uitgaven. Verder willen partijen zich profileren en het maximale bereiken voor hun kiezers. Stel het CDA werkt op sociaal economische onderwerpen samen met VVD, D66 en PvdA. Voor ‘wietwinkels’ gaat de PvdA, VVD en D66 wel ff winkelen bij de SP. Iedereen blij toch?

Niet dus. Het CDA zal dit maar tot zekere hoogte accepteren en druk zetten door andere onderwerpen, die daar niets mee te maken hebben, toch te blokkeren en ook de SP zal ‘beloning’ eisen voor hun steun. Zo zal iedere partij zijn spel spelen met besluiteloosheid tot gevolg.

Blijkbaar zijn we kort van memorie. Maandenlang zagen we een weeklagende Plasterk op TV nadat CDA en VVD weer bij PvdA hadden gewinkeld voor support op het EU dossier. “Dit kan zo niet door gaan en gaat tot frustraties lijden”

Alleen bij een meerderheidskabinet kun je krachtdadig besturen omdat de oppositie dan volledig buiten spel staat. Er is een uitonderhandeld regeerakkoord waardoor vooraf is geborgd dat elke partij evenredig aan bod komt.

Reinaert de Vos, za 18 augustus 2012 14:25in reactie op ReindeR Rustema

[Daarom moet de hele Kamer ook stemmen over wie het kabinet moet vormen. ]

Maar het is volstrekt onduidelijk hoe dit op dit moment zou moeten. Het grootste bezwaar dat ik tegen een dergelijke constructie heb is dat er geen consensus vooraf is over een dergelijke constructie. Het zou mede inzet van de verkiezingen moeten zijn. Nu zal de praktijk zijn dat er eerst langdurige onderhandelingen plaatsvinden en vervolgens er een waterig compromis uitkomt of er komt een nieuw minderheidskabinet.

Ik vind het laakbaar dat politici zich niet uitspreken over een mogelijke nieuwe situatie. Ze willen eerst de zetels binnenharken en zien wel waar het eindigt. Het zou democratisch gezien goed zijn als de partijen zich uitspreken in een plan B, als er echt geen meerderheidscoalitie te behalen is.

Bloemlezing reacties op PowNed

De interessantste reacties op PowNed naar aanleiding van Wijffels bij Nieuwsuur die het idee ontvouwde van een regering zonder regeerakkoord en een coalitie.

Een aantal reacties reageren voornamelijk op zijn CDA-achtergrond. In dat licht wordt zijn optreden geïnterpreteerd als iets wat goed is voor het CDA en daarom slecht.

Allemaal heul leuk en aardig, maar als Partij A niet meegaat met punt 1 van Partij B, zal partij B principieel ook niet meegaan met punt 1 van Partij A. Dát is politiek helaas.

The Dominator | 17-08-12 | 23:44

En de winnaar van de verkiezingen kan ongehinderd zijn agenda uitvoeren omdat voor elk standpunt een andere partner gezocht wordt. En de gristelijke partijen staan nu al kwijlend te trappelen om steun te geven aan whatever what in ruil voor legalisering weigerambtenaren, strengere euthanesie, verruiming van religieuze vrijheden etc.
Vroeger werd er in de coalitievorming gezocht naar een common middleground, een grote gemene deler, waardoor er een resultaat kwam waarmee beide partijen (en dientengevolge een meerderheid van de kiezers) konden leven.
Op de ‘manier Wijfels’ krijg je de dictatuur van de winnaar. Als ik bij jou niet mijn zin krijg, dan krijg ik hem wel bij een ander. Dit opent de deur tot politieke chantage en handjeklap. En zal de definitieve doodklap betekenen voor het toch al belazerde imago van de politiek imho.

Brinno | 18-08-12 | 00:17

Stel je voor: de VVD wint met bijv 40 zetels. Dan kunnen zij in principe per agenda onderwerp een bereidwillige gedoogpartner zoeken voor de essentiele meerderheid. Hoe kleiner deze partner is, hoe makkelijker ze zijn te manipuleren. Dat zie je aan de rol van de gristenen bij dit kabinet. Maar bij kleine gedoogpartijen zul je dus voor een meerderheid op zoek moeten naar meerdere gedoogpartijen. Maar dat zal nauwelijks een probleem geven want ze staan te dringen om in ruil voor wat ‘wisselgeld’ op andere onderwerpen steun te geven aan jouw voorstellen.
En zo kan de winnaar op elk onderwerp zijn eigen zin doordrijven. Het is eigenlijk verdeel en heers door bij elk onderwerp wat peanuts in de apenkooi te gooien en ad-hoc coalitietjes te sluiten.

Brinno | 18-08-12 | 00:39

Het grootste gevaar vind ik persoonlijk dat bij zo’n soort los systeem er nog meer politiek richting de achterkamers gaat verdwijnen. Of denken mensen nu echt dat in een open debat de partijen haar standpunten dan gaan uitzetten en de partners gaan opzoeken?!

bomba12 | 18-08-12 | 00:59

De grootste debiliteit is dat de ‘politiek’ een afspiegeling van de maatschappij zou moeten zijn. Dan krijg je dus van die debielen als een Dibi die rechtstreeks vanuit de schoolbanken voor parlementarier mogen gaan spelen. Politiek zou voorbehouden moeten zijn aan de elite die levenservaring heeft, de ouderen en wijzen binnen een maatschappij.

Jopie2009 | 18-08-12 | 08:55

 

 

 

Wijffels in Nieuwsuur bepleit hetzelfde

Vrijdag 17 augustus 2012 heeft Wijffels in Nieuwsuur datgene bepleit waar deze blog over gaat. Alleen wil hij wel dat de grootste partij als ‘winnaar’ van de verkiezingen de leiding neemt. Omdat dat logisch zou zijn. Dat de grootste partij kan leiden is dan ook de kop geworden bij de Metro en het Nederlands Dagblad.

Dit nieuws is via Novum verspreid en onder andere overgenomen door de Telegraaf, Het Parool, PowNed en Joop.nl.


Herman Wijffels over nieuw kabinet

De partij van een minister

Op 10 maart 2012 vroeg Douwe de Joode in een brief aan NRC Handelsblad waarom de krant bij ministers vermeldt van welke partij ze zijn. “Ministers en staatssecretarissen vormen samen het kabinet. Hoewel ze uit politieke partijen afkomstig zijn, zijn zij daarmee primair bestuurders en geen politici meer. Zij zijn aan het werk voor alle burgers.” De krant gaf de lezer staatsrechtelijk helemaal gelijk. Maar “zodra een minister de steun kwijtraakt van zijn eigen partij (…) houdt het op. Tenzij die minister steun van genoeg andere fracties geniet, maar dat is zelden het geval.” Als tweede reden om wel de partij te melden is omdat partijen hun minister zien als uithangbord. Dankzij een minister ben je zichtbaar als partij. Voor de krant zou dit overigens ook een reden zijn om juist niet de politieke partij te melden. Het is gratis reclame voor de partij als  ‘merk’.

Het geeft goed aan waarom een minister niet door een partij aangeleverd moet worden. Wat overigens niet betekent dat zo iemand niet moet zeggen wat hij of zij stemt of waar hij of zij lid van is. Belangrijk is dat een minister de steun van een meerderheid van de Kamer moet hebben en zien te houden. Dat lukt voor een dergelijke onafhankelijke minister vooral goed door niet een partijlijn of regeerakkoord te volgen, maar de wens van de meerderheid van de Kamer te volgen.

Na de verkiezingen

Na de verkiezingen op 12 september 2012 moet een coalitieregering gevormd worden. Volgens de opiniepeilingen zal dit erg moeilijk worden. Er is geen meerderheid met minder dan drie partijen mogelijk. Het grootste probleem is de polarisatie; de grootste partijen krijg je niet samen in een coalitie. Met de rest kom je moeilijk aan een meerderheid.

Sinds maart 2012 heeft het parlement zichzelf meer vrijheid gegeven bij het maken van een coalitie. Binnen een week na de verkiezingen komt de Tweede Kamer samen om te beslissen hoe een regering te vormen. Voorheen was dit de taak van de koning. Parlement gaat dan iemand aanwijzen die de bereidheid bij partijen gaat onderzoeken om met anderen in een coalitie te vormen. Dit kost waarschijnlijk weken, zo niet maanden.

Mijn voorstel is om het parlement te laten stemmen over een motie om extra-politieke ministers uit ‘de burgerij’ aan te stellen als ministers als het niet lukt binnen een maand tot een coalitie te komen. Op z’n minst zet dit extra druk op het formatieproces. Er is dan een deadline, het kan niet langer eindeloos duren.

Ten tweede kunnen journalisten beginnen goede kandidaten te vinden. Alle voor de hand liggende kandidaten kunnen de vraag beantwoorden “zou u een goede minister zijn?” Normaal gesproken is er tijdens de formatie weinig nieuws. Met deze optie kan het nieuws worden als er weer een nieuwe kandidaat gevonden wordt. Deze kandidaten kunnen uitleggen hoe ze om denken gaan met het parlement. Welke compromissen en oplossingen kan steun van een meerderheid verwachten?

Goede kandidaten zijn typisch geen politieke figuren. De benodigde vaardigheid is om draagvlak te vinden bij een diverse, zelfs gespleten, achterban. Dit is een positie waar de leiders van economische sectoren zichzelf in vinden: onderwijs, zorg, detailhandel, industrie et cetera. De achterbannen staan doorgaans niet anoniem achter voorgestelde oplossingen of posities. Het is hun vaardigheid om de bandbreedte te vinden waarbinnen ze kunnen handelen. Ook de managers van grote multinationals hebben een dergelijke vaardigheid nodig om zowel aandeelhouders, werknemers als wetgevers te plezieren in de verschillende landen waar ze produceren en verkopen. Ze hebben er doorgaans veel plezier in en zijn er trots op als ze binnen de opgelegde beperkingen oplossingen doorvoeren. In tegenstelling tot politici die gekozen zijn op grond van hun overtuigingen en hun vaardigheid die te verdedigen als de beste.