Categorie archieven: Nieuws

Reactie op het nieuws

Een burgerregering, hoe dan?

De uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 geeft een mooie kans om een burgerregering te realiseren. Bijna niemand zal protesteren als Rutte weer minister-president wordt, maar om een coalitie te vormen zullen partijen zoals CDA, D66 en GroenLinks graag laten zien waar ze voor staan. Het uitruilen zoals Rutte met Samsom deed werd de PvdA niet in dank afgenomen. Daarnaast heeft de VVD hele slechte ministers gekend:

  • Henk Kamp van EZ is niet bepaald geliefd in Groningen door de gaswinning en het doorverwijzen van burgers naar de NAM bij klachten.
  • Melanie Schultz van Infrastructuur en Milieu heeft als carrièrepolitica vakkundig het lastige spoorwegendossier (met Fyra) bij haar staatssecrataris gedumpt zodat ze lintjes kon knippen voor nieuwe snelwegen en borden met 130 erop onthullen, een VVD-uithangbord
  • Ivo Opstelten en Ard van der Steur faalden als minister van Veiligheid & Justitie
  • Edith Schippers op Volksgezondheid, Welzijn en Sport was controversieel doordat het bedrijf van haar man dat profiteerde van  haar beleid
  • de staatssecretarissen Weekers en Wiebes kregen de Belastingdienst niet onder controle

Waarmee niet gezegd is dat de PvdA-ministers het beter deden. Hoe dan ook, tijd om hier veranderingen door te voeren. Het kan alleen maar beter worden.

Rutte wordt alom gewaardeerd voor zijn rol als minister-president, juist omdat hij zich zo min mogelijk bemoeit met het werk van de ministers. Juist deze flexibele, pragmatische Rutte zou goed een gezelschap van ministers en staatssecretarissen zonder politieke kleur kunnen leiden.

Maar waar vinden we dergelijke bestuurders? Dat is waar de burgers in het land een rol hebben. Die moeten goede ministers nomineren door ze in een brief aan te bevelen bij de Tweede Kamer via de voorzitter

Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

of desnoods via @2eKamertweets #ministeriabel

Het hoeft niet lang, want uiteindelijk zal elke kandidaat toch door een sollicitatiecommissie gecontroleerd worden. Als er maar een paar duizend namen binnenkomen waar minstens honderd goede kandidaten tussen zitten!

Eis een burgerregering

Naar aanleiding van de Volkskrant die 500 wetenschappers vroeg om ideeën voor een betere democratie, deze reactie. Ook op opiniestukken.nl.

De enige realistische verbetering van onze democratie is er één die geen stelselwijzigingen vereist. Burgers moeten daarom een ‘burgerregering’ eisen. Een formateur kan daar gelijk na de verkiezingen mee aan de slag door een ministerploeg samen te stellen die geen band heeft met politieke partijen. Zo beparen we ons ook een lastige en langdurige formatie. Burgers kunnen verder meehelpen door kandidaten voor te dragen.

Kent u een competente bestuurder? Stuur uw nominatie alvast naar de Kamervoorzitter. Goede kandidaten zullen namelijk niet zelf solliciteren op een ministerspost, ze moeten gevraagd worden. De aangedragen capabele bestuurders die boven komen drijven kunnen daarna hun burgerplicht niet ontduiken. Als een sollicitatiecommissie van de Tweede Kamer je oproept naar Den Haag te komen kan je niet met goed fatsoen wegblijven. Laat het niet aan de Tweede Kamer over om slechts de vacatures te publiceren, want dat is niet genoeg. Als minister wordt al je handelen gecontroleerd door de Tweede Kamer en iedereen vindt er wat van, dat maakt het een moeilijke klus. De ijdele en machtsbeluste types komen daar wel op af, maar veel goede kandidaten moeten over de streep worden getrokken voor deze nobele taak.

De noodzaak van deze voorgestelde scheiding van volksvertegenwoordiging en bestuur, wetgevende en uitvoerende macht, wordt geïllustreerd door Trump en dergelijke. Een Trump is goed in staat om een gevoel van een groot deel van de bevolking te vertolken maar is niet noodzakelijk ook een goede bestuurder. Vooral politici die beweren zelf de verpersoonlijking te zijn van de wil van het volk, populisten, zijn een probleem. Het bestuur van een democratie moet juist continue de discussie opzoeken om zich te verzekeren van democratische legitimatie; een democratisch bestuur is die van de hele volksvertegenwoordiging. Een populist omringt zich met ja-knikkers uit eigen kring; zijn ‘wil is wet’ omdat zijn wil die van het volk is. Wiens mening daarvan afwijkt is dus een landverrader.

In de coalitieregeringen in Nederland wordt nu een deel van de volksvertegenwoordiging op afstand gezet van het bestuur. Alleen de partijen die een regeerakkoord sluiten mogen bestuurders leveren. Zoiets lukt doorgaans alleen de bestuurderspartijen van het ‘partijkartel’ VVD-PvdA-CDA-D66. In deze ‘particratie’ is de rest slechts oppositie en mag af en toe ‘gedogen’ wanneer dat nodig is. Het is de macht van dit kartel wat weerzin wekt bij burgers die zich niet (langer) in deze partijen herkennen. Zo ontstaat onvrede met de democratie en vraagt men om bijvoorbeeld meer directe democratie of een autocratische leider. Dat is jammer, want ons stelsel biedt genoeg ruimte om het anders te doen.

Zo sluit een burgerregering geen ‘regeerakkoord’ met een paar partijen, maar zoekt het permanent akkoorden met wisselende meerderheden binnen de volksvertegenwoordiging. Er ontstaat een gezonde dialectiek tussen bestuur en volksvertegenwoordiging over de inhoud omdat de ministers niet loyaal hoeven te zijn aan hun ‘eigen’ partijen. Goed beleid en stabiliteit staat voorop. Als ze niet meer worden vertrouwd door een meerderheid dan onstaat er een vacature, maar de regering als geheel kan door regeren.

Volgende stap, onderteken de petitie op burgerregering.nl

Kamerervaring nodig voor ministers?

Eén kritiekpunt dat overblijft is dat het goed is voor ministers als ze ervaring in de Tweede Kamer hebben. Volgens Gijs Jan Brandsma en Mark Bovens:

Verreweg de belangrijkste risicofactor voor bewindslieden is echter onervarenheid op het Binnenhof. Bewindslieden die geen parlementaire ervaring hebben lopen maar liefst 70% meer kans om te moeten opstappen dan bewindslieden die wel Kamerlid zijn geweest.

Maar ook Gerdi Verbeet reageerde met deze kritiek op het voorstel om ministers voortaan van buiten de politiek te laten komen.

Wat zou hier een goede remedie tegen zijn? Voor aantreden een korte training over het informeren van de Tweede Kamer?

Voorbeelden op Politalk ondersteunen dit voorstel

Op Politalk.nl verschijnen allerlei discussies over de Nederlandse politieke actualiteit. Wat er voorbij komt is dikwijls een ondersteuning voor het voorstel van deze blog.

Zie bijvoorbeeld de posting over minister Ard van der Steur als debater.

Altijd had hij een mening klaar. Maar hij is geen student of Kamerlid meer, hij is minister, een bestuurder met andere verantwoordelijkheden.

Maar ook de continuïteit in beleid is problematisch. Veel VVD-ministers zullen niet terugkomen, als de VVD zelf al in de regering komt.

Wanneer de VVD straks toch aanschuift in een nieuwe coalitie (…) keert bijna de helft van de huidige zeven liberale ministers, op eigen verzoek, niet meer terug.

Of over de onvermijdelijkheid van een coalitie met 6 partijen.

een meerderheidscoalitie over rechts zónder de PVV is niet mogelijk.

Een centrum-linkse coalitie dan? Dat is zeker mogelijk. Het kabinet Buma I bestaat dan uit zes partijen

Kortom, tijd voor wat anders!

Iedereen moet minister kunnen zijn

Op 13 oktober 2015 in een iets kortere versie verschenen in Trouw.

Het recente rapport “Meer democratie, minder politiek” van het Sociaal en Cultureel Planbureau laat zien dat Nederlanders tevreden zijn met hun democratie, maar niet met hun politici. Men wil wel meer inspraak, maar veel referenda hoeft ook weer niet. Liever de representatieve democratie met af en toe verkiezingen of een referendum dan een directe democratie met referenda over alles. Het alternatief voor politici wekt ook geen enthousiasme: “er is weinig steun voor besluitvorming door ondernemers of onafhankelijke experts. De grootste groep verkiest gekozen politici boven ondernemers en experts.”

Waar burgers volgens het SCP aanstoot aan nemen is het gepraat van politici. Ze gaan hun eigen gang of ze beloven veel en maken weinig waar. Het is, kortom, de partijpolitiek waar burgers genoeg van hebben. De spanning binnen een coalitie en met de oppositie is onnavolgbaar en weinig inhoudelijk. Het geeft politici een slechte reputatie, alsof ze vooral met zichzelf bezig zijn en niet met het land en de burgers.

Steven van Eijck was staatssecretaris in Balkenende I (2002), maar geen partijlid – foto Wikicommons

Er is een gulden middenweg die nu niet op het netvlies staat en ook niet onderzocht is. Partijpolitiek kan voorkomen worden door de directe toegang tot de macht voor de ‘winnaars’ van de verkiezingen af te snijden: laat de volledige Tweede Kamer vacatures opstellen voor de ministers, waar alle burgers op kunnen solliciteren. Bij verdere fragmentatie en polarisatie wordt een coalitie nu al steeds moeilijker. Maar een commissie die profielen opstelt voor de uitvoerende bestuurders is goed te doen. Documenten opstellen is dagelijkse kost voor Kamercommissies. Lidmaatschap van een partij zal dan als eis sneuvelen, want daar zal nooit overeenstemming over zijn. Maar over de speciale vaardigheden en de cv van de kandidaat wel. Zo krijg je alsnog die experts die ons miljarden kunnen besparen door geklungel te voorkomen.

Technocraat? Ontslag
Ondertussen blijft de representatieve democratie overeind, geen enkele wet hoeft hiervoor aangepast te worden. Volksvertegenwoordigers kunnen zich beperken tot de controle van de macht en het vertegenwoordigen van het volk. Zonder fractiediscipline, want partijen kunnen zich dan specialiseren op ideeën in plaats van het verkrijgen van macht. Fragmentatie van de partijen is dan geen probleem meer, want het bestuur is stabiel: incompetente bestuurders kunnen bij meerderheid van stemmen vervangen worden zonder dat we naar de stembus hoeven.

De grootste winst voor de democratie zit in de ingebouwde dialectiek tussen bestuur en volksvertegenwoordiging, heel dualistisch. In plaats van gepacificeerd in een coalitie met een regeerakkoord wordt het conflict tussen wens en daad uitgevochten in de openbaarheid. Gekke wensen worden door de minister ingetoomd met argumenten die verwijzen naar grondrechten, verdragen, natuurwetten, de stand van de technologie of te weinig budget. De burger kan zich weer goed herkennen in een eigen politicus en het bestuur heeft democratische legitimiteit. Dit levert geen technocratie op zonder democratische controle, want wie zich als technocraat ontpopt wordt weer ontslagen door de volksvertegenwoordigers.

Ook levert dit geen ‘zakenkabinet’ op dat op de tent past en politieke keuzes mijdt. Deze ministers volgen de wil van hun baas, het volk, door verkiezingsprogramma’s en uitspraken te bestuderen en vaak steun voor keuzerichtingen te vragen aan de Tweede Kamer door een handopsteken. De visie van zo’n dienende uitvoerder is gebaseerd op het draagvlak ervoor plus wat de publieke zaak vraagt. Als het volk het te gek maakt, dan kan de beroepseer zwaarder wegen: ‘voor mijn beleid heb ik uw vertrouwen nodig, anders zoekt u maar iemand anders.’ Een dergelijke minister is dus geen superambtenaar, maar wel degelijk iemand die politieke verantwoordelijkheid neemt. Geachte formateur, onderzoek deze optie!

compliment op Blendle

Gastblog: Van der Steur werd CEO van Philips omdat ie ervaring had bij de Mediamarkt

Gastblog van Ton F. van Dijk. Eerder, sinds 27-9-15 al, op zijn eigen f-site.

Laten we wel wezen: het ministerschap is een extreem zware baan met nog extremere valkuilen. Het vraagt veel van iemand om zo’n complexe maatschappelijke functie uit te oefenen. Constant zichtbaar. En ieder moment zijn er mensen bereid het vuurtje, dat moet leiden tot je definitieve ondergang, aan te steken.

Dit maakt de functie heel “bestuurlijk”, zoals dat wordt genoemd. Indien je minister bent dien je dus over zekere competenties en werkervaring beschikken. Het liefst heel veel bestuurlijke ervaring zo lijkt me,

In het bedrijfsleven zijn er speciale headhunters voor bestuurlijke topposities. Wie CEO wil worden van grote bedrijven als Philips of Shell wordt eindeloos gescreend.

Je komt er niet als je op je 30e niet al directeur was van een landenvestiging. Als je niet uitblonk door je managementvaardigheden. En als je niet rond je 40e over de bestuurlijke ervaring beschikt van een 55 jarige.

Kortom: voor een bestuurlijke topfunctie moet je nog al wat in huis hebben. Naast de juiste competenties en vaardigheden vooral toch relevante werkervaring. Dat zal iedere headhunter je kunnen bevestigen.

Dus naar wie ga je op zoek? Als de vraag krijgt, om na het vertrek van Ivo Opstelten als minister een bestuurlijk zwaargewicht als opvolger te zoeken?

Je bladert door je kaartenbak en selecteert op aantoonbaar trackrecord. Iemand die in het verleden heeft bewezen dat hij of zij een dergelijke zware bestuurlijke baan aan kan. Iemand ook met ervaring in crisismanagement. Want het departement van Justitie is “out of control” zo staat in de briefing, die je kreeg van opdrachtgever Mark Rutte. En zo vertelde ook Ivo Opstelten je in een achtergrondgesprek.

Nu is de grote vraag: Hoe groot is de kans dat je als ervaren headhunter op basis van bovenstaande profiel uit komt bij de huidige minister Ard van der Steur?

Op dat moment houder van een Antiquariaat in Haarlem. Advocaat te Leiden. En directeur van Kaviaar Holding BV? Oh ja, en hij is ook enige tijd gemeenteraadslid en Kamerlid geweest. En winnaar van diverse debatwedstrijden niet te vergeten. En zelfs ambtenaar van de burgerlijke stand. Een echte “rasbestuurder” dus.

De vraag stellen is hem beantwoorden. De kans dat je bij Ard van der Steur uitkomt is nul. Nihil. De man is qua achtergrond, ervaring en aantoonbaar trackrecord op bestuurlijk gebied totaal onervaren. Heeft zelfs nog nooit een zware bestuurlijke functie bekleed.

In het bedrijfsleven zouden ze zeggen: Van der Steur is een bestuurlijke nitwit.

Bij een headhunter met enige kennis van zaken zou Ard van der Steur niet eens zijn uitgenodigd voor een gesprek. Ja misschien als beleidsmedewerker, maar niet voor de vacature van minister.

Schermafbeelding 2015-09-27 om 10.15.41

Hoe kan het dan dat hij de baan toch kreeg? Omdat je in de politiek niet hoeft te beschikken over een bestuurlijk trackrecord. Het gaat er niet om wat je kan, maar wie je kent. Wie je vriendjes zijn. En of je een beetje welbespraakt meedoet in de Tweede Kamer. En op het juiste moment op de juiste plek bent. In de nabijheid van Mark Rutte bijvoorbeeld.

De politiek rekruteert eigenlijk volkomen at random. Niks bestuurlijke ervaring op topniveau. niks ervaring met het leiding geven aan ingewikkelde maatschappelijke organisaties of veranderingsprocessen. Gewoon lid van de juiste studentenclub. Dat is soms voldoende. 

Arme Van der Steur, hij heeft het postuur en de uitstraling van een zwaargewicht. Maar hij werd directeur van Philips omdat ie werkervaring had bij de Mediamarkt en daar wel eens een Philips televisie heeft verkocht.

Dit is dan ook het antwoord op alle 78 kamervragen die morgen pas naar de Kamer worden gestuurd. Bij deze uitgelekt. Lees hier de antwoorden op de vragen.

Beelden: NOS

Pechtold over bestuurlijke vernieuwing: PvdA, CDA en VVD het probleem

Pechtold in een dubbelinterview met Van Reybrouck op 27 juni 2015 in NRC Handelsblad:

hoe je die bestuurlijke vernieuwing ook aanvliegt, of je het nu politiek afdwingt of je probeert het van onderaf te organiseren – het verzandt allemaal zolang PvdA, CDA en VVD elkaar in wisselende machtsgijzeling ervan weerhouden.

Als D66 in de positie is, dan is het met dit voorstel mogelijk om zowel deze partijen niet aan de macht te laten komen als bestuurlijke vernieuwing door te voeren. De prijs: zelf ook geen macht. Maar wel fundamentele, sensationele bestuurlijke vernieuwing waarmee wereldwijd een voorbeeld gezet kan worden. En die ook een voorbeeld moet zijn voor de EU. Want Pechtold zei ook:

ik denk ook dat we meer de prioriteit bij de Europese democratie moeten leggen dan bij de nationale.

Pleidooi van Riens Meijer in Het Parool: “Laat ondernemers het land besturen”

Uit ongeduld met het huidige bestel stelt Riens Meijer voor om democratie in te ruilen voor een technocratie:

“De politiek dient via een team jonge, succesvolle ondernemers het
noodzakelijke elan, enthousiasme en daadkracht in het belang van de toekomst van
Nederland te katalyseren. Daarmee ontstaat een aansprekend perspectief door en
voor jongere generaties.

Op landelijk niveau is het zinvol om Singapore qua industriebeleid en
beleidskracht als voorbeeld te nemen. Op gemeentelijk niveau kan het Zwitserse
model, waarbij politiek gekleurde wethouders hebben plaatsgemaakt voor
professionele bestuurders met hart voor de gemeente, als voorbeeld dienen.”

Waarbij hij de representatieve democratie overboord gooit. Die ‘ondernemers’ zouden kennelijk per definitie beter besturen. De bevolking moet altijd via de gekozen volksvertegenwoordiging de baas blijven over de bestuurders, anders krijg je een dictatuur. Hoe ‘verlicht’ die ook zou zijn.

Riens Meijer in Het Parool
Riens Meijer in Het Parool

Hoe komt hij hierbij?

“De politieke ideologieën uit het industriële tijdperk zijn echt achterhaald. De
nieuwe ideologie van het consumentisme kan volstaan met de rechtvaardiging van
consumptief gedrag als persoonlijk bevredigend, maatschappelijk vanzelfsprekend
en economisch noodzakelijk. We zitten nu in een soort overgangsfase naar een
nieuw type samenleving, waarin de voorheen actieve burger wordt afgelost door de
passieve, niet in politiek geïnteresseerde consument.”

Burgers zijn wel degelijk in politiek geïnteresseerd, maar niet via politieke partijen. Wel op onderwerpen bijvoorbeeld, maar niet als paternalistische totaalverhalen. De partijen moeten daarom een veel bescheidener rol krijgen door ze ministers en wethouders niet uit partijen te laten komen, maar uit de burgerij zelf. Maar wel op verzoek en met instemming van de gekozen volksvertegenwoordiging. Iedereen moet kunnen solliciteren op de vacatures die de volksvertegenwoordiging na de verkiezingen uitschrijft.

 

Het Europese Parlement en hoe voorzitter en commissarissen vinden

Zoals het hoofd bureau Europees Parlement betoogde, de nationale politiek zou een voorbeeld moeten nemen aan het Europese Parlment als het gaat om het vormen van een regering. Ja, maar we hebben nog steeds veel wensen.  Nu de verkiezingen in Europa voorbij zijn en het Europese Parlement de gewensde voorzitter heeft gekregen resteert nog een groot bezwaar. Het parlement kan hem niet wegsturen.

De commissarissen komen erna. Kandidaten worden door de lidstaten geleverd. Als het parlement het niet wil, kan het alleen de hele voorgestelde Europese Commissie blokkeren. Er zal een openbare hoorzitting zijn met de kandidaten die de president heeft gekozen uit de kandidaten die de lidstaten naar voren heeft gebracht. Maar het parlement heeft geen wensenlijstje ingeleverd. Weinig burgers kunnen zich kandideren omdat de lidstaten een voorselectie maken. Nadat de Commissie is aangesteld zitten we aan ze vast. Het parlement kan geen individuele commissarissen wegsturen.

Wat zou er verbeterd moeten worden?

  • Het Parlement zou de voorzitter van de Commissie moeten kunnen vervangen als er een meerderheid voor is
  • Elke Europese burger zou op de vacature van Commissaris moeten kunnen solliciteren
  • De Commissaris-vacatures moeten door het Parlement en niet de lidstaten worden opgesteld
  • Parlement moet invidiue if there is a majority in favour.

Apart from obvious changes like the right for the parliament to take the initiative for legislation.

Hoe wethouders laten solliciteren?

Stel dat u een gekozen raadslid bent en u wilt dit realiseren. Hoe nu verder? Er ligt geen procedure voor u klaar, maar er zijn in Nederland in ieder geval geen formele obstakels. U moet alleen wel het initiatief nemen!

  1. Schrijf de vacatures voor de wethouders. Dit is sowieso goed om te doen zodat iedereen dan uw gedroomde kandidaat kan vergelijken met wie het uiteindelijk wordt. Ook wanneer de traditionele coalitievorming door gaat en er op ondoorzichtige manier een wethouder wordt aangesteld.
  2. Publiceer de vacature online en verstuur er een persbericht over. Het nieuwsverhaal moet gaan over wat we zoeken in een wethouder en wat we uiteindelijk krijgen. Ook als de traditionele coalitievorming wint dan kan het nieuwsverhaal gaan over wat het verschil is met het profiel van de kandidaat.
  3. Vraag de andere partijen om hun eigen versies van de vacatures te schrijven. Ook de coalitiepartners zouden een antwoord moeten hebben op wat er in de vacature moet staan. In dit stadium openheid van zaken geven maakt ze meer aansprakelijk. Als ze journalisten hier een antwoord op weigeren dan lijken ze gesloten en geheimzinnig.
  4. Als de vacatures zijn gepubliceerd moeten ze nog samenkomen in een profiel die acceptabel is voor iedereen. Een perfect compromis waarin alleen die vereisten overleven waar alle partijen een voorstander van zijn.
  5. Sollicitanten moeten zeker zijn van hun anonimiteit tot het laatste moment. Ze moeten anoniem kunnen solliciteren in algemene termen. Aandachtzoekers zullen publiekelijk beweren ook te hebben gesolliciteerd, maar daar komt geen informatie over naar buiten. Vooral de goede sollicitanten kunnen beschadigd raken als ze al bekend worden voordat ze een reëele kans op de baan hebben. De aandachtzoekers kunnen ondertussen de discussie over wat we zoeken in een wethouder opstoken.
  6. Ondertussen onderhandelen de coalitiepartners achter gesloten deuren door. Maar als dit alternatief publiekelijk ter discussie staat neemt ook de druk op de uitkomst ervan toe. De zwakkere partij in de onderhandeling heeft nu ook een alternatief. In plaats van gevraagd te worden door de ‘winnaar’ van de verkiezingen is het ook mogelijk om op deze manier een coalitie te vormen met de oppositie. Zo verliezen ze wel de kans op een eigen wethouder, maar anderzijds zullen anderen dat ook verliezen.
  7. Zodra een meerderheid van de raad dit model verkiest boven de traditionele coalitie kunnen de sollicitanten gevraagd worden of ze hun identiteit willen onthullen. Eventueel eerst achter gesloten deuren in gesprek met afgevaardigden van alle partijen uit de raad, maar uiteindelijk in een openbare hoorzitting.
  8. De openbare hoorzitting moet zo openbaar als mogelijk zijn, bij voorkeur met live televisie of minstens een webcast. Vragen voor de sollicitanten gaan over voor welk beleid ze denken een meerderheid te kunnen vinden, maar ook over hun expert-kennis en hoe transparant ze werken. Dit is het moment om hun communicatievaardigheden en openheid te demonstreren.